Nr. 551 CUM

Comtoise klok met spillegang en vouw slinger uit circa 1820/1825. Maandwerk, half- en heeluurslag op bel met herhaling van de hele slag na 2 minuten. Emaille wijzerplaat met Romeinse uuraanduidingen en kleine kwartieraanduidingen. Tweedelige geperste messing sierplaat met zonnekop en lintstrik boven fruitschaal, aan de zijkanten omlijst door acanthusbladeren en twee dennenappels. Zie ook klokken in Deel 1, Nr. 38 CUM, klok Nr. 314 en Nr. 461 CUM. Dit model is een van de eerste sierplaten met een geperste wijzerplaatbulte. Zonnewijzers.

Wijzerplaatdiameter: 245
Afmetingen van de kast: 312 x 276 x 150 HxBxD
Afmetingen van het uurwerk: 440 x 277 x 175 HxBxD
Slinger lengte: 1340
( alle afmetingen in mm )

Omdat er nog geen zelfstandig stempelgereedschap was voor de afdekking van de onderste helft van de wijzerplaat, werd de vrije rand bedekt met glad messing onder de hoeken die werden afgesneden van het tweede stempelgedeelte, 180° gedraaid en daarna gemonteerd. Kort daarna werd de onderste sierplaat, nodig voor maandklokken, vervangen door een deel dat was afgesneden van het tweede stempelgedeelte, dat echter ongeveer 3 cm boven de plooi door de stempel heen werd afgesneden. Zie klokken Nr. 38 CUM, Nr. 314 CUM en Nr. 461 CUM. Geperst messing en glad messing werden met kleine schroeven bevestigd, zoals gebruikelijk was. Als men deze klok als een aanbod beschouwt, zou men kunnen denken dat het om een “mariage” gaat, oftewel een recente montage van onderdelen. Het gaat echter om een uiterst zeldzame variant uit de tijd van de eerste geperste sierplaten.

1. frontal
2. Werk frontal