No. 411 CUM Comtoise klok van het Haut Jura type rond 1735/1740, die oorspronkelijk een messing wijzerplaat en een gezaagd messing bovenstuk had, maar die vervolgens tussen 1750 en 1760 werd gemoderniseerd met de nieuwe plaatvormige geëmailleerde wijzerplaat en de tinnen sluiting. Zulke verbouwingen komen vaak voor in deze periode, omdat witte geëmailleerde wijzerplaten, die beter af te lezen waren, nu populair werden. De tinnen sluiting, met een kleine haan die vooruit kijkt en engelen die trompetten blazen ( Laatste Oordeel ), is niet echt typisch voor Comtoise klokken. Je zou het eerder verwachten op een lantaarnklok. Het is echter een gegoten messing slot zonder het centrale cartouche-element en komt voor op Comtoise-uurwerken uit deze periode. 8-daags uurwerk met spillegang (spillegang gemonteerd in een houder achter de plaat), halfuurslag en passant (gemonteerd op de voorste slagplaat) en uurslag op bel (geen repetitie), wekkerwerk. Diameter wijzerplaat: 195
Afmetingen kooi: 235 x 205 x 140 HxBxD
Afmetingen uurwerk: 330 x 205 x 150 HxBxD
Lengte slinger: 1380 ( alle afmetingen in mm )
